DUIZENDKNOPEN

Deze website is genoemd naar de familie van de polygonaceae of duizendknopen. Het betreft een grote plantenfamilie, waarvan de meeste soorten voorkomen op het noordelijk halfrond. En feitelijk gaat het dan om de vele kruidachtigen uit de onderfamilie van de polygonoideae.
De naam is afkomstig van uit het grieks. Poly = veel en gonum = knie, knoop. En wie de plant een beetje beter bekijkt, ziet de verdikkingen in de stengels. Soms zijn ze met vliesjes omwikkeld. Het zijn de plaatsen in de stengel, waar de bloemen ontstaan. Volgens sommigen is de verklaring met het griekse gonos = zaad. En dan zou de familie de veelzadigen moeten heten. En veel zaden produceren de soorten van deze familie eveneens.

Polygonum aviculare = Varkensgras Wie kent niet de knopige op gras lijkende plantjes tussen de stoeptegels? Als je goed oplet, dan zie je in de oksels van de blaadjes kleine groenwitte of rose bloemetjes. De letterlijke vertaling uit het latijn zou eigenlijk vogeltjeszaad moeten zijn.

Een algemene bekende groep is de groep van de zuring. Met pluimen van kransen van bloempjes. Na de bloei vergroeien de bloemblaadjes tot allerlei vormen, die vaak de naamgevers van de soort zijn. Voorbeelden zijn Rumex crispus = Krulzuring met lange smalle bladeren, die aan de rand gekroesd zijn. Of Rumex obtusifolius = Ridderzuring met zaadjes die in een speerpunt gevangen zijn. Of Rumex sanguineus = Bloedzuring met heel donkerrode nerven.

Bistorta officinalis = Adderwortel Opvallend aan de oevers van sloten en vijvers zijn de dikke rolronde aren van ongeveer 4 tot 8 cm. Soms worden deze tot een apart plantengeslacht gerekend, soms zijn ze toegevoegd aan de vrij grote groep van de Persicaria.

Een grote wereldwijde groep is de groep van de perzikkruiden. De bloemen staan in aren, die soms kort en dichtbloemig zijn zoals Persicaria bistorta = Adderwortel, soms lang en niet dichtbloemig zoals de Persicaria hydropiper = Waterpeper. Meestal een beetje tussen ijl en lang. Zoals bijvoorbeeld bij Persicaria maculosa = Perzikkruid. Deze komt in heel Eurazië voor. Ik ken hem uit Nederland, maar ook op Bali heb ik hem wel eens zien staan. Een ander voorbeeld is Persicaria amplexicaule = Rode duizendknoop, een bekende sierplant in tuinen.

Fagopyrum esculentum = Boekweit is een wat kleinere groep, die vele eeuwen een belangrijk voedsel was voor mens en dier. De naam fago-pyrus betekent letterlijk beuk-graan. Het zaadje is ingekapseld als een beukennootje.

Een andere voedselproducent uit deze plantenfamilie is de Rheum rhabarbarum = Rabarber met zijn rode stelen. Minder bekend is dat de bloemen grote pluimen vormen.

Tenslotte is er nog de groep van de fallopia's. Hiertoe behoren een paar nederlandse lianen met stengels van ongeveer 2 mm dik. Fallopia convolvulus = Zwaluwtong. Op de foto windt deze zich rond een maïsstengel. Het bijzondere is dat deze winding -van bovenaf gezien- naar boven en met de wijzers van de klok mee. Ook een aantal sierplanten, zoals de Fallopia baldschuanica = Bruidsluier of Russische duizendknoop, en de Reynoutria japonica = Fallopia japonica = Japanse duizendknoop. De oude latijnse naam was Polygonum cuspidatum. Deze laatste heeft belangrijke medicinale toepassingen. Een bijzonderheid is dat deze reeds in de 12e druk van Heukels flora van 1917 genoemd wordt als sierplant, die verwildert buiten de tuinen. En dat deze plant in het begin van de 21e eeuw een invasieve exoot genoemd wordt is dus niet geheel juist.
Wel is juist dat de mensheid de biosfeer, waar hij zelf deel van uitmaakt, de afgelopen eeuw danig verpest heeft en dat mede daardoor zo'n nuttige sierplant een probleem geworden is. Ook is het volkomen ongepast, dat bestrijders de naam duizendknoop op hun manier in discrediet hebben gebracht. Er is de eigenaar van de site-naam zelfs geld geboden om de naam af te staan voor bestrijdingsdoeleinden.